Van Tuba City naar de Grand Canyon.
Van Tuba City naar de Grand canyon.
Een ritje van een uur, waarbij we eerst de Canyon van de Little Colorado River bekijken, een zijtak van de Colorado River.
Deze zijarm ligt aan de rand van het indianenreservaat, dus deze mensen pikken hier uiteraard nog net een graantje mee van de stroom die richting de Grand Canyon gaat. Ze vragen een donatie van $10 dollar per auto. Dat is tamelijk veel voor een parkeerplaats, wat krikkemikkige tafeltjes met de gebruikelijke Indian juwelery en een uitzicht dat er al eeuwen ligt. Maar goed, het is ze gegund. Hun levensomstandigheden zijn belabberd en hun huisvesting en woonomgeving zijn erbarmelijk. Bij het doorkruisen van hun reservaten zien we dat al jaren. Al krijgen we de indruk dat ze het wel best vinden zo. Er zijn bijvoorbeeld grote alcohol problemen, ondanks dat er nergens alcohol verkocht en geschonken wordt. De meeste Rehab klinieken staan hier. Via internet wordt de drank buiten het reservaat besteld en de firma’s leveren het aan de deur af. Gat in de markt.
De Canyon is diep en goed om gezien te hebben maar niet spectaculair. Leuke stop.
De Grand Canyon is van een andere orde. Nog even indrukwekkend als altijd! Dit panorama verveelt nooit. (zie ons verslag uit 2009) Al die kleuren en vormen. Die nietige, fel groene Colorado River, die door de verrekijker een woeste brede stroom blijkt te zijn.
Wat opvalt bij het “dorp” is de perfecte infrastructuur, met veel asfalt en pleintjes en hekken.
Wouter, wees blij dat we hier in 1997 nog een natuurlijke omgeving zagen en gewoon door het bos naar de rand liepen, waar toen hier en daar een hekje stond of een paar rotsblokken lagen om aan te geven dat je beter niet verder kon gaan, omdat je dan 1000 meter lager slecht zou eindigen. Het wild trekt zich in ieder geval niks van al die mensen aan en we zien dan ook twee kolossale Elken die liggen te herkauwen, vlak naast het pad, verscholen in de schaduw van de bomen.
We lopen een stuk langs de rand en maken foto’s die er niet best uitzien, want dit komt natuurlijk helemaal niet over en het is veel te zonnig voor mooie opnamen.
Ons mega hotel ligt net buiten de zuidingang, in alweer zo’n kunstmatig dorp waar tientallen hotels en eettenten staan. Het was behoorlijk druk in het park en dus zijn de hotels bomvol.
Wij lezen nog wat bij het zwembad en gaan morgen naar Sedona.
Van Kayenta naar Tuba City
Van Kayenta naar Tuba City.
We maken een D-tour via Page naar Tuba City. In Page proberen we de Antilope Canyon te doen, maar dat moet georganiseerd en de eerste vrije plekken op de tour zijn voor ons te laat.
We hadden in ons “roadbook” Page ook helemaal niet opgenomen, dus geen nood: naar de Glen-Canyon dam,
Lake Powell en het gebied rondom, dat weer behoorlijk indrukwekkend is.
Henny en ik hebben in deze omgeving al een keer of vier gelogeerd, boottochten gemaakt en trails gelopen. Wellicht komen we hier deze reis later terug om de canyons, die al tijden op ons lijstje staan, te gaan doen.
Op weg naar Tuba-City gaan we 16 mijl zuidwaarts, naar een “ geheime spot”, die in geen enkele reisgids staat en op ons een overweldigende indruk maakte. We zijn hier de afgelopen tien jaar twee keer geweest en willen het Nico graag laten zien.
Cole Mine Canyon.
Over een dirt road, langs een windmolen nabij mijlpaal 337, door een cattle of cows, dat zijn de markers. Rijdend over een vlak grasland sta je dan opeens voor een gat in de grond met hoodoos in kleurschakeringen van rood, grijs, oranje ,wit, zwart en blauw, je weet weer niet wat je ziet. Lopend langs de rand verandert het beeld voortdurend.
We eten en drinken wat, met op de achtergrond dit wonderschone panorama.
Een pick- up truck met een indiaan komt ons gezelschap houden en deze man blijkt de eigenaar van al dit land en de koeien. Hij is 54 jaar vertelt hij ons, woont op de boerderij in de buurt en is nooit verder dan dit wonderschone plekje geweest. Dit is echt zijn thuis en zijn land! Toen hij een klein kind was werd hij door zijn grootmoeder in zo’n indiaanse rugzak mee de canyon in genomen en overnachtten ze daar, terwijl vader en moeder hen eten brachten. Hij vertelde ons hoe de canyon in elkaar zit: er zijn nog vier aansluitende canyons zoals deze en het gebied erachter is net zo mooi. Het is moeilijk beneden in de cayon te komen en de afgelopen tijd zijn de steile afdalingen weggespoeld door de regen. Hij vindt het jammer, dat er in Tuba City in het enige café dat dit indianen-gat rijk is een aankondiging van de canyon hangt, want het is toch een secret place! Er komt absoluut geen bord langs de weg met een aanwijzing. Je moet het ook echt weten, anders vind je het niet. De familie in het boerenhuis houdt het allemaal in de gaten en na zonsondergang mag er echt niemand meer naar toe. Eens hoorden ze om twee uur ‘s nacht alsmaar roepen en hebben ze iemand uit de diepte moeten opvissen. Deze indiaan is gepensioneerd en houdt zijn canyon behoorlijk in de gaten. Waar komen jullie vandaan? Nederland…geen idee. Europa…. wat is dat… San Francisco… geen enkele bel die gaat rinkelen. Heerlijk, zo’n local, die nergens van weet en heel erg gelukkig is, met een stel koeien en schapen, op deze mooie plek.
In Tuba City logeren wij in de Quality Inn en worden welkom geheten met een zakje Cedar Herbs. Het kruid dat de indianen verbranden en waarvan de rook omhoog kringelt, met de gebeden, naar de”holy people”.
Morgen naar de Grand Canyon.
Van Capitol Reef naar Kayenta.
Van Capitol Reef naar Kayenta.
In Capitol Reef rijden we de loop, maar eerst in het visitor-centre een map van het park voor Nico.
Bij de Grand Wash rijden we naar binnen en lopen een klein stukje. Geweldig, dat canyon-gevoel! Deze trail liepen we in 2009.
We willen naast de 95, (de mooie route richting Mexican Hat) een kleine slotcanyon lopen, maar komen bij het begin voor een steile muur te staan, waar we echt niet omhoog kunnen. Ik ga, met 2 nauwelijks genezen, gebroken armen, geen gekkigheid uithalen. We lopen dus terug en vervolgen onze weg.
Als we denken, dat we het gehad hebben, volgen nog een aantal scherpe haarspeldbochten van een duizelingwekkende hoogte naar beneden, ongeplaveid! Als we dat geweten hadden……..
Bijna bij Kayenta bezoeken we Goosenecks (de grillige loop van de San Juan River) diep beneden ons.
Mexican Hat mag ook niet ontbreken.
Monument Valley valt voor het oog een beetje tegen en we hebben niet veel zin de Indianen daar te gaan vervelen.
In Kayenta zoeken we ons hotel op en ondanks dat het 10 graden kouder is dan de voorgaande dagen, met ook nog veel wind, liggen we nog even aan het zwembad en bedenken tot onze spijt, dat we in een Indianenreservaat zitten en dus geen wijntje bij het eten krijgen.
Morgen verder.
Van Bryce Canyon naar Capitol Reef.
Van Bryce Canyon naar Capital Reef.
30 april. Mooie dag voor een feestje. Henny is jarig en we kronen een nieuwe koning. Van de plechtigheid in de Nieuwe Kerk neem ik ‘s morgens heel vroeg hier, glashelder en live, het staartje mee. Feestvarken Henny, rechtgeaard republikein draait zich nog eens om. (Kan die onzin niet uit!) Nee, natuurlijk niet. Je wilt toch even weten hoe ze eruit zien. (Maxima prachtig en Wim Lex een beetje koddig met die rare jas!) Van afstand is het een mooi folkloristisch schouwspel, maar een beetje uit de tijd.
Over tot de orde van de dag. Vroeg op pad voor de bezichtiging van één van de mooiste, zo niet het mooiste stukje van Amerika. Bryce Canyon.
Hier heeft water het kalkstenen plateau uitgeslepen in talloze flamboyant gekleurde pieken, die door weer en wind in de meest fantastische vormen zijn gesmeed. “Wat een plek om een koe kwijt te raken”, was de weinig poëtische omschrijving van Ebenezer Bryce, de Mormoonse timmerman, die zijn naam gaf aan de canyon.
De beroemde outlaw Butch Cassidy, die in deze streek geboren werd, koos meer dan eens de labyrintachtige kloof als veilig toevluchtsoord. De grote orgelpijpen van rotsen hebben alle schakeringen rood en oranje door het ijzeroxide en het mangaan, dat in de steenlagen voorkomt. Wat een plek!
Kijk naar de foto’s (die weer geen recht doen aan de werkelijkheid) en oordeel zelf. Henny en ik zijn hier voor de derde keer en zijn nog steeds stil en verbijsterd, als we de rand van het amfitheater naderen. Nico ziet dit voor het eerst en is met stomheid geslagen. “Zo, nu kan ik naar huis! “ zegt hij. Bizar, en dat is het!
Op de verschillende uitkijkpunten genieten we van nog veel meer overdonderende natuur en zijn blij dat het vroeg is en we de meute toeristen uit de bussen voor zijn. Jullie snappen: ze komen hier met drommen op af.
We volgen daarna de scenische route 12, die Bryce Canyon verbindt met de toegang tot Capitol Reef. Het is één van de meest indrukwekkende tochten van de regio. De weg kronkelt eindeloos tussen rotsen en canyons en klimt tot een hoge smalle kam met aan weerszijden de afgrond. Nico en ik hebben het slecht, alhoewel ik die rit al vaker maakte, het blijft eng. Daarna rijden we een stuk door Dixie National Forest en komen aan bij ons favoriete hotel in Torrey, waar we gelukkig “rooms with a view” hebben. En wat voor View! Dit zien we door onze open deur. We eten met geweldig uitzicht op de omgeving en kolibries voor het raam en zitten nog tot laat buiten waar de zon spectaculair ondergaat!
Morgen weer een rit met heel veel moois!
Van St. George naar Bryce Canyon City.
Van St. George naar Bryce Canyon City.
Een hete dag. 34 graden Celcius, maar er is gelukkig wind en air-co!
We rijden naar Zion National Park. Beroemd om zijn immense muren van rode zandsteen door weer en wind in vormen gebeukt van een indrukwekkende grandeur! (deze is niet van mezelf, maar van Claude Hervé-Basin) De eerste Mormonen gaven de bergtoppen Bijbelse namen: Angel’s Landing, East Tempel, Guardian Angel.
Je kunt hier prachtige wandeltochten maken en wij kiezen voor een trail die omhoog klimt naast de rivier de Virgin. Auto’s zijn verboden dus we nemen de gratis shuttlebus. Hop on hop of. Overal waar je wil kan je uitstappen en dan komt er later altijd wel weer snel een bus die je oppikt.
Het is een prachtige tocht, zo tussen die immense wanden.
Felle kleuren tegen een strakblauwe lucht. Voor mooie foto’s is het contrast tussen zon en schaduw veel te sterk, maar we klikken er toch maar op los. Er zit altijd iets ter publicatie bij, al komt de immense overweldigende natuur absoluut niet over op de plaatjes.
Dat is ook het geval als we door de oostkant van het park richting onze volgende bestemming, Bryce Canyon, rijden. Het eerste stukje haarspeldbochten omhoog is onbeschrijfelijk mooi en ook een beetje griezelig. Nico en ik zijn geen helden als het om bergritten gaat. Maar wat een natuurgeweld! Ook de Red Canyon die we doorrijden is een stop waard. Daar verschijnen de hoodoo’s ( gekleurde zandstenen pieken) voor het eerst. Genieten!
Bryce Canyon National park is van een heel andere orde, maar daarover morgen meer.
We slapen in een motel aan de poort van de Canyon, zitten op onze nieuw-gekochte Wall-Mart - stoelen (van $8.99 per stuk.) met een drankje uit onze nieuwe koelbox voor onze kamers in de zon. Ja we zijn helemaal gesetteld zoals jullie begrijpen en we komen aardig in het ritme. We eten in de Ruby’s Inn onze eerste echte Amerikaanse maaltijd. Niet veel soeps dus, geef mij maar een Subway-broodje. Het is nu zes uur in de ochtend. Jetlag maakt vroege vogels van ons en het internet is nu tenminste niet overbezet zoals gisteravond. Heb net de balkonvoorstelling rondom onze nieuwe koning gezien. We zijn helemaal op de hoogte.
Morgen meer.
Van Las Vegas naar St. George.
Van Las Vegas naar St. George.
Hoewel de Las Vegas Boulevard (de strip) in de avond het meest indrukwekkend is, met overdadige lichtjes en explosies van flitsende neonreclames, vinden we de'>'gekte bij daglichtook nog behoorlijk hysterisch. Veel mensen op de been en de rare themacasino’s springen in de zon net zo flink in het oog.
Meer dan 37 miljoen gokkers verwerkt deze stad per jaar . Henny en ik waren hier met Wouter in 1998 en het is sindsdien groter, gekker en drukker geworden. Beroemde artiesten geven mega shows in de casino’s . We zien o.a. David Kopperfield, Shenia Twain, en het Cirque du Soleil voorbij komen.
Ons “ jetlaghoofd “ kan die drukte helemaal niet aan dus snel de interstate 15 op richting Salt Lake City. We passeren op ons ritje van 200 km. vandaag maar liefst twee staatsgrenzen en een tijdzone. De klok moet weer een uur vooruit en na Nevada pakken we een puntje Arizona mee om in Utah te eindigen. Nu waren we al behoorlijk in de war, dus geen nood! Onze auto doet het prima en is zeer comfortabel!
Nog in Nevada maken we een omweg via de Valley of Fire. Het is fascinerend om te zien hoe het landschap verandert van woestijn naar meer groen en bergen. Ergens middenin die bergen ligt een vallei met enorme zandstenen in alle schakeringen rood oranje en geel.
Een aantal jaren geleden reden we er nog zo doorheen, maar ook hier heeft de commercie toegeslagen en ja hoor, een slagboom en betalen! Gevolg is dat de ongereptheid van het gebied toch een beetje weg is door de vele wc-tjes en georganiseerde view-points. Toch genieten we ervan en het is Nico’s kennismaking met rots en rood. Als hem dat aan het einde van de tour maar niet gaat tegenstaan, want er volgt deze dagen nog veel meer!
In St. George zijn we te moe om de historische stad te bezoeken. Wat wel opvalt op de aanrijroute is de kolossale witte tempel (Tabernakel) die boven de stad uitsteekt. Dit is de Tweede “Mormonenstad” van de staat Utah. 70 procent van de inwoners in Utah is Mormoon, waarvan de grootste concentratie in Salt Lake City huist. Deze autonome gemeenschap, in 1847 gesticht door Joseph Smit, had/heeft eigen wetten en gewoontes, waarvan die van de polygamie de bekendste is. Toen de Mormonen in 1896 opgingen in de staat moesten zij de veelwijverij eraan geven, maar tot op vandaag wonen er nog allerlei vage afgescheiden sektarische clubjes, in kleine plaatsjes in deze omgeving, die zich daar niet aan houden. Ik schreef er eerder al eens over.
Wij eindigen de dag bij het zwembad. Het is rond de 30 graden en koelt niet veel af naarmate het later wordt. Morgen gaan we naar Zion National Park. Ik hoorde een Amerikaanse ooit zeggen dat ze dit gebied de “omgekeerde Grand Canyon “ vond en daarom het allermooist!
Van Rotterdam naar Las Vegas.
27 april. Van Rotterdam naar Las Vegas.
Wouter brengt Nico en ons naar Schiphol. We vliegen via Minneapolis . Las Vegas is n.l. niet rechtstreeks vanuit Amsterdam te bereiken. De eindeloze rijen voor de douane in Minneapolis zijn niks nieuws. Vingerafdrukken , foto’s van de ogen, eindeloze vragen over het doel van de reis, de bestemming hoeveel geld heb je bij je en heb je hier bekenden wonen, wat ga je bezoeken, waarom blijf je zolang, enz. enz. we kunnen het inmiddels dromen en weten dat het duurt en duurt! Daarna hebben we nog een uur of twee voor onze vlucht naar las Vegas vertrekt. Mooi de tijd om ons in de openbare ruimten te vergapen aan honderden I Pads die op honderden tafeltjes staan opgesteld.
Je kan via die dingen je drankjes en eten bestellen en er zit een gleuf in je tafel waar je de creditcard doorheen haalt. Er komt geen groene dollar meer aan te pas!
En niet één zo’n ruimte….nee onderweg naar de gate komen we er nog 4 tegen. Valerie, (hello I am your waitress!)
vindt het helemaal niks want ze moet het voor bijna alle klanten voordoen. We zien heel wat ouwetjes worstelen met deze vorm van communiceren. Nou, niet communiceren dus. We bestellen een Adams van de tap en binnen no time zitten we alledrie de post te checken en te internetten….brrrr Dat zien we aan de bar dus overal gebeuren. Niemand zegt een stom woord en iedereen zit in zijn eigen wereldje. Lang leven de nieuwe media.
De vlucht naar Las Vegas duurt ook nog eens 3 uur en dan zijn we al meer dan 20 uur onderweg.
Las Vegas uit de lucht met aanvliegen boven “de strip” blijft een fascinerend schouwspel.
Als we de rij bij ons auto- verhuurbedrijf zien zinkt de moed ons in de schoenen. We willen naar bed! Natuurlijk probeert de Alamo-knakker ons weer een upgrade aan te smeren, maar gelukkig zijn we verstandig en is dat maar goed ook. Als we bij het rijtje SUV’s komen waar we uit moeten kiezen staat er maar één en dat is nou net een enorme fullsize. Hadden we bijbetaald, dan was deze ook voor ons geweest. Nu konden ze niet anders dan……neemt u deze maar! Een kolossale nieuwe Dodge, met drie rijen stoelen waarvan we de laatste rij gelukkig kunnen ombouwen tot kofferbak . Beetje jammer, hij is wit! Morgen krijgen jullie een foto.
We logeren één nacht in het Station Palace Hotel-Casino . Wat een drukte. Veel gezoek naar onze kamer en gesleep met koffers. Over onze slaap heen (het is voor ons inmiddels 9 uur in de ochtend) lopen we door het casino, drinken nog een biertje of twee, verbazen ons over de ouwe taarten met hun verbeten koppen achter de slotmachines en zoeken dan 12 uur plaatselijke tijd ons bed op. Morgen een rondje over de strip en dan snel deze SIN-CITY (oei wat een hoop dames van lichte zeden op straat!) verlaten. Next stop St. George.
Ps. Eefke-babe, nog gefeliciteerd!
Opera Saul in Heilbronn.
19 april.
Hoe werkte dat ook weer met die filmpjes op mijn blog???
Ons reisje naar Heilbronn in Duitsland van afgelopen weekend levert een stiekem genomen slechte opname van het slotapplaus van de opera Saul van Händel op. Dat ga ik als vingeroefening bij dit verslagje proberen te plaatsen, zodat ik, als dat niet lukt de hulptroepen nog om raad kan vragen voordat we volgende week zaterdag naar Amerika afreizen.
We zijn naar Heilbronn gegaan omdat Mattijs de hoofdrol vertolkt in bovengenoemde opera. Ieder zichzelf respecterende stad in Duitsland heeft zijn eigen operagezelschap (daar kunnen wij in Nederland nog wat van leren!) en het operahuis in Oldenburg had hem voor deze productie gecontracteerd.
We wilden graag een voorstelling in Oldenburg bezoeken. Mooi authentiek theater volgens Mattijs. Jammer genoeg vallen alle voorstellingen daar in onze vakanties, dus moeten we naar Heilbronn dat een stuk verder weg is. Een nieuw, beetje karakterloos theater met aan de gevel een enorm spandoek met een zwartbepruikte Saul!
Aan de kostuums te zien wordt het spektakel! De voorstellingen in Heilbronn zijn dik uitverkocht, maar gelukkig weet Mattijs nog 3 vrijkaarten te scoren. We zijn met Wouter, die de rit door Duitsland voor zijn rekening genomen heeft en hebben een hotel om de hoek .
Mattijs brengt onze kaartjes langs en gaat wat eten en rusten. Hij moet om half zeven in de schmink. Wij verkennen nog even het centrum van Heilbronn. Een uitgestrekt voetgangersgebied met mooie kerk, gelegen aan de rivier de Neckar.
Dan gaan wij ( ik dus) ook in de schmink en op naar de voorstelling. We krijgen eerst nog een voorbeschouwing in de foyer en dan zoeken we onze plaatsen op. We zitten hoog op het balkon en gelukkig heb ik deze keer de toneelkijker niet vergeten!
De opera is eigenlijk een oratorium en een verslag uit het Bijbelboek Samuel. Saul, die de overwinning op de vijand, de Filistijnen viert. Hoog op een wolk gezeten, samen met twee saters! David die de reus Goliath verslagen heeft, de kinderen van Saul die een grote rol spelen. Onze Mattijs, (die er uitziet als de Franse Zonnekoning met dito pruik )
wordt langzaam helemaal gek en wurgt dan ook nog eens zijn eigen zoon. Op het eind stort hij zich in zijn mes. De regisseur /dramaturg heeft er voor gekozen alles een beetje in het absurde te trekken en dat levert een geweldig schouwspel op.
Prachtige kostuums en pruiken, die na verloop van tijd allemaal uit en af gaan. Alleen Mattijs houdt alles aan.
Het publiek is behoorlijk enthousiast en laat de cast een aantal keren terug komen bij het slotapplaus,'>waarvan filmpje.
Na afloop nog gezellig een “nazit” drankje genuttigd en de volgende ochtend uitgebreid met elkaar ontbeten. Mattijs moest nog één voorstelling en wij vertrokken weer naar huis!
Hadden het niet willen missen!