Week 1.
Omdat we ter plekke niet konden 'bloggen' volgt hier een achterafverslag van onze vakantie op Madeira, die zo zonnig begon, maar eindigde in de opmaat van de nachtmerrie die vorige week zaterdag zijn hoogtepunt bereikte!
Donderdag 4 februari.
Wouter brengt ons naar Schiphol. Er is gewaarschuwd voor ijzel dus we nemen ruim de tijd. Alles verloopt vlot, en na 4 uur zetten we voet op Madeiraleense(?) bodem.
Madeira is in 1418 officieel door de Portugezen ontdekt. Zij gebruikten het eiland als basis voor hun ontdekkingsreizen naar Afrika. Ligging:900 km. onder de Algarven, 450 km boven de Canarische eilanden.Het hele eiland is ongeveer 741 vierkante kilometer groot. Zo'n beetje de helft van de provincie Utrecht. Hoogste berg in het midden van het eiland is de Pico Ruivo; 1861 meter, aantal inwoners op het eiland: 255.000 waarvan 130.000 in de hoofdstad Funchal.
Het is 10.30u, zonnig en warm en ongeveer een uurtje rijden naar ons hotel. Hemelsbreed is het een afstand van niks, maar de smalle bergwegen houden flink op.
We zien meteen in de eerste rit waar de grote aantrekkingskracht van dit eiland ligt! Adembenemende uitzichten op steile kusten, bizarre rotsformaties, donderende watervallen en schilderachtige dorpjes, als vogelnesten tegen de rotswanden geplakt.
Langs de bochtige weg Agaves en reusachtige grote christusdoorns met daartussen grote bossen met paradijsvogelbloemen. ( Wij kennendie alleen alsfoeilelijke stokstijve dingen in afschuwelijke bloemstukjes!)
Wat moet het hier prachtig zijn als ook de rest bloeit! ( Flamingobloemen, bougainvilles, hibiscus, orchideeënen agapanthus om maar eens wat te noemen, ze staan er allemaal.) De enorme bananenplantages vallen ook meteen op. Het blijkt later dat er twee soorten op het eiland groeien. De dwergbanaan en de zilverbanaan. Het is tegenwoordig het belangrijkste landbouwproduct dat verscheept wordt naar Lissabon.
Na het passeren van de laatste van ontelbare tunnels (deze is bijna 3 km. lang!) komen we in Paul do Mar aan. Het visserdorp dat onze uitvalsbasis gedurende 14 dagen zal zijn. Ligging:in het zuid westen en behoorlijk geïsoleerd.
Ons hotel ligt aan het einde van de 2 km. lange boulevard, tegen de 600 meter hoge bergwand aan en er pal naast klatert een waterval naar beneden.Hier is ookhet beginpunt van een trail die zigzaggend de berg op gaat. (Ervaring in de bergen gewenst staat er aangekondigd, dus wij hebben ons er niet aan gewaagd, maar wel met veel belangstelling; verrekijker en drankje in de hand het gezwoeg van de gevorderden onder ons gevolgd.)
We ontdekken ook dat het enige restaurant in het dorp dat van ons hotel is. Daar zijn we dan min of meer aan overgeleverd! We besluiten daar dus met de vis van de dag..... en een prachtige zonsondergang op ons terras.
De volgende dagen zijn afwisselend zonnig, soms bewolkt, met een enkel miezerig regenbuitje. de temeratuur blijft altijd rond de 20 graden en na het eten lopen we iedere avond zonder jas of trui onze 4 km. naar het dorp en terug.
We bezoeken Jardim do Mar, een nog leuker vissersplaatsje 'om de hoek' en proberen een supermarkt te vinden, (die iets meer verkoopt dan de visser bij ons in het dorp) waarbij we hopeloos verdwalen.Alle mercado's die we tegen komenzijn annex bar, wat zekerzijn charme heeft!
Onze eerste looptocht willen we in de buurt vanRabacal gaan ondernemen. Dit moet in een 'betoverende groene kloof' liggen, volgens de boeken. Er is daar de grote Risco- waterval en 25 bronnen die gevoed worden door nog meer ontelbare watervallen. Na een adembenemende, griezelige tocht naar boven (geen tegenliggers a.u.b.!) Komen we aan het begin van de tocht ....in de vrieskou(!) boven. Oeps, niet op gerekend met onze kleding. 1312 meter hoog! Het is 21 graden waar we vandaan komen. We besluiten dan maar te gaan rijden enmaken een mooi rondje via Prazeres. Onze gloednieuwe opel corsa (zwartmet glimmend chroom...is dat weer terug in autoland?) blijkt een uitstekende 'klimmer' en de alternatieve route naar beneden is minder eng.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}