Een dag in Tonopah.
Wat Tonopah nu eigenlijk betekent, daar zijn de geleerden het niet over eens. Hier komen twee indianen-stammen voor; de Shoshone- en Piaute-indianen. Beiden hebben een andere taal. Dat het element water in de naam voorkomt staat vast, maar of het nu Hidden Spring, Greasewood-Spring of Water Brush is, wie zal het zeggen. Zeker is, dat Jim Butler (inhet hotel dat zijn naam draagt zitten we, aan de voet van de mijningangen!) de zilver-goudmijn heeft ontdekt in 1900 en, met zijn vrouw Belle, die een halve Shoshone-indiaanse was, waardoor hij de taal goed sprak, hier heel erg rijk van geworden is. We hebben ons laten vertellen tijdens de privé tour door het gebied, dat de mijn 1.200.000.000 dollar en een paar centen heeft opgebracht! 5 miljoen ton zilver! Je kan het je niet voorstellen.Deze dorpsgemeenschap is zo slim geweestniet tot Ghost- town te vervallen, zoals ontelbareandere stadjes met mijnbouw, maar de uitgeputte mijnberg voor de toeristen aantrekkelijk te maken.We hebben dan ook een aangename middag op en in de berg doorgebracht. We waren weer helemaal alleen en na een rondgang over het terrein en een prachtige film (daar zijn die Amerikanen goed in.) konden we het niet laten. Henny schafte zich eenzware zilverenmedal aan en ik zwichtte voor een (gecertificeerde) echte gouden nugget, waar ik woeste plannen mee heb als ik thuis kom.
Vanochtend reden we naar Goldfield. Een historisch mijnstadje, zoals honderden in deze omgeving, die min of meer Ghost-plek geworden zijn.In 1902 werd hier de rijkste goudader ter wereld gevonden. Het was de grootste stad in Nevada tot 1910. We bespeurden nog wel enig leven, maar echt opwekkend was het niet. Wat hangjeugd (moet dat niet naar school?) en 2 dikke vrouwen,that's all.Verder troosteloze caravans,een hotel in verval aan een verlaten Mainstreet.
Op weg naar Goldfield waren daar van het één op het andere moment weer mijn favoriete Joshua-trees. Zo genoemd door een groepje Mormonen die de Mojave-desert doortrokken en deze bomen (het zijn Yucca's) met hun 'armen' omhoog net de biddende Joshua vonden. Toen we 11 jaar geleden uitLas Vegasde Joshua Tree Highwaynaar Baker namen en ik ze voor het eerst zag, was ik meteen verkocht.Geweldig, velden vol! Het is net als met die cactussen,er is een grens en dan zijn ze er opeens.
We genieten vanavond nog even van Tonopah en dit heerlijke hotel en dan gaan we morgen naar Dead valley. Toen we daar in 1998 doorheen reden, onze jongste zoon Wouter was die reis mee en we Furnace Creek passeerden, ( toen een gewoon hotel maar mét palmbomen en in die bizarre omgeving, een echte oase) bedacht ik, dat,bij een hernieuwde kennismaking met dit park, wij dáár zouden logeren! Omdat we op onze reis nooit met zekerheid kunnen zeggen, waar we wanneer zijn, kan ik vooruit nooit een kamer boeken, maar gisteren is me Furnace Creek dus echt gelukt! Het hotel zit vol, maar we hebben een cabin op de ranch.
Wouter, weet je nog, Beatty en grandma's doughnuts,Na Dead Valey gaan westraks weerin Baker logeren en kijken weof inmiddels het zwembad wel gevuld is! Weet je nog, zo heet...... 121 F op de grootste thermometer ter werelden niet kunnen zwemmen.Misschien daarna nog even langs de Burger king om wat te ontbijten en deze keer mijn tas gewoon mee nemen!
Morgen verder.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}